Suriname is een republiek. Dit wil zeggen dat ze geen koning hebben, maar een President. Momenteel is meneer Désiré Delano Bouterse de President van Suriname. Hij werd verkozen in 2010 en herverkozen op 14 juli 2015. Zoals ik het begrepen heb, wordt de president verkozen door het Nationale Assemblée. Dit is het parlement. Het Nationale Assemblée bestaat er momenteel uit 8 partijen, die er rechtstreeks door het volk verkozen worden. De bevolking krijgt er net als in België een oproepkaart om te kaan stemmen. Elke persoon mag er dan een Partij en een voorkeur kandidaat stemmen, die volgens hen in het N.A. met zetelen. Ook de president wordt rechtstreeks door het volk verkozen om de vijf jaar.
Omdat het toch belangrijk is voor mijn stage opdracht heb ik nog even het regeerakkoord (2015-2020) gelezen (het onderdeeltje over onderwijs). Hier stonden enkele agendapunten in die mij wel interesseerden.
- Het behoud van een evenwichtig ecosysteem in kader van duurzame ontwikkeling. (Bescherming van de kust en kustzonen en goede afspraken maken met stakeholders bij het beheren van land en bos.)
- Men wil in kader van onderwijs, wetenschap en cultuur in dienst van duurzame ontwikkeling:
ICT meer integreren in het onderwijs.
Ervoor zorgen dat het onderwijs meer toegankelijk is voor kinderen uit het binnenland. ook willen ze extra aandacht geven aan taal, om zo meer kansen te geven aan alle kinderen.
De foute verhouding tussen sociale en technische wetenschappen wegwerken.
Ernaar streven dat elke leerlinge de kans krijgt om zo hoog mogelijke kwalificaties te behalen, door de verbetering van het onderwijs. (Er moet meer aandacht naar modernisering, afstemming op hedendaagse onderwijsmethoden, verruiming en effectief gebruik van de schooltijd, accreditatie en aanscherpen van wetgeving met betrekking tot het onderwijsniveau.)
- Onder het onderdeel welzijn stonden er ook nog enkele puntjes die wel interessant zijn als je stage loopt in het onderwijs.
Verbeteren van de naschoolse opvang.
Betere opleiding vooral dan voor vrouwen (omdat deze meestal nog uit de boot vallen).
Uitbouw van het gemeenschapsonderwijs. (gratis onderwijs)
Er zijn eigenlijk nog veel interessante puntjes, maar daarvoor kijk je beter in het regeer akkoord zelf.
voor meer informatie over de politiek in Suriname ga naar volgende site: http://www.surinameview.com/sranan/overheid-politiek/
Algemene politieke en socio-economische situatie
Politieke situatie Sinds de onafhankelijkheid van Nederland in 1975 en met uitzondering van twee periodes (1980-87 and 1990-91) waarin een militair regime aan de macht was, is Suriname een meerpartijendemocratie. De president wordt gekozen door het parlement voor een termijn van 5 jaar. Bij de parlementsverkiezingen van mei 2015 won de Nationale Democratische Partij (NDP) van Desi Bouterse 26 van de 51 zetels, 8 meer dan eerst. Op 14 juli werd Bouterse door het parlement herkozen als president van het land. Hij is de tweede president sinds de onafhankelijkheid van Suriname die een tweede termijn vervult. Partijgenoot en voormalig minister van Onderwijs, Wetenschap en Cultuur Ashwin Adhin werd verkozen als vicepresident. De inauguratie van Desi Bouterse, als president en Ashwin Adhin als vicepresident vond 12 augustus 2015 plaats. In dezelfde week ondertekende de NDP met haar twee coalitiepartners DOE (Democratie en Ontwikkeling in Eenheid) en BEP (Partij voor Broederschap en Eenheid in Politiek) een regeerakkoord met als centrale thema’s milieu, onderwijs, welzijn, economie en het verbeteren van de kwaliteit van de overheid. De coalitie heeft 32 van de 51 parlementszetels. Het Latin American Public Opinion Project[1]stelt vast dat de Surinaamse bevolking een bijzonder hoge mate van vertrouwen heeft in het politiek systeem en in specifieke politieke instellingen zoals de president en de nationale kiescommissie, zeker in vergelijking met andere landen in Centraal- en Latijns-Amerika en de Caraïben[2].
Economische situatie De Surinaamse economie kende een gemiddelde groei van 4.4% in de periode 2000-2013 en is daarmee één van de snelst groeiende landen in het Caraïbisch gebied.[3] De economische groei ging gepaard met dalende werkloosheid dankzij jobcreatie. In 2013 lag het werkloosheidspercentage op 6%, een halvering sinds 2006.[4] Met 65 procent van de werknemers in dienst, zijn nationale en buitenlandse privébedrijven de belangrijkste werkgevers van Suriname. Het aandeel van de publieke sector – centrale overheid, parastatalen en staatsbedrijven – ligt op 35 procent van de nationale tewerkstelling[5]. Binnen de privé sector is de dienstensector sterk gegroeid en levert de nu grootste bijdrage aan het BNP. Een belangrijk deel ervan bestaat uit kleine, informele familiebedrijven met minder dan drie werknemers hoofdzakelijk actief in handel, vervoer, restaurants en hotels. Hoewel de mijnbouw sector aanzienlijk bijdraagt tot de overheidsinkomsten en deviezen via export, bedroeg het aandeel ervan in de totale werkgelegenheid slechts 3% in 2013. Ook is het spillover-effect op de rest of de economie, en vooral werkgelegenheid gering. De goudreserves trekken ook grote getalen illegale mijnwerkers uit het naburige Brazilië. Deze informele ontginning zorgt voor een negatieve impact op de ontwikkeling van het land, met ernstige schade aan het milieu en voor de volksgezondheid door mercuurvergiftiging. Tewerkstelling in de fabricagebedrijven met meer dan 10 werknemers telt met bijna 7000 werknemers ongeveer het dubbele van de mijnbouw. De landbouwsector vertegenwoordigde 9% van het BNP in 2012 en is relatief sterk ontwikkeld in de kustgebieden, met bananen en rijst maar ook vis en garnalen als voornaamste exportprodukten. In rurale gebieden blijft landbouw ook een belangrijke bron van tewerkstelling.[6] De export daalde in 2013 met 11% ten opzichte van 2012, waarbij een verminderde goudexportwaarde als gevolg van dalingen van de internationale goudprijs de doorslaggevende factor was. De import nam in 2013 toe met 9% ten opzichte van 2012. Het overschot op de handelsbalans nam daardoor significant af. Suriname ’s belangrijkste exportproducten zijn goud, aluinaarde, aluminium, petroleum en voedingsmiddelen. De belangrijkste afnemers van uitgevoerde produkten zijn de Verenigde Staten, Canada, de Verenigde Arabische Emiraten, België en Guyana. De invoer betreft vooral brandstoffen (diesel en benzine), machinerieën, voedingsmiddelen, en transportmiddelen. De voornaamste invoerlanden zijn de Verenigde Staten, Nederland en de Nederlandse Antillen, China, en Trinidad en Togabo. Het per capita inkomen nam ook in moeilijkere tijden toe, van USD 5.758 in 2007 tot USD 9.376 in 2012[7]. Daarmee wordt Suriname ondergebracht in de ‘upper middle income country’ classificatie[8]. De peilingen van het Latin American Public Opinion Project geven ook aan dat de meeste Surinamers hun economische situatie zagen verbeteren tijdens de afgelopen regeringsperiode, dit in scherp contrast met de periode ervoor[9]. In een context waarin economische problemen een belangrijke politieke prioriteit zijn voor de bevolking dragen deze evoluties ongetwijfeld toe tot de geloofwaardigheid van de regering[10].
Nu is er echter een economische crisis. De Surinaamse dollar daalt heel sterk in waarde op dit moment. De koopkracht van de mensen verminderd, omdat producten voor hen nu duurder zijn. Ook water en elektriciteitsprijzen stegen de laatste maanden heel sterk. Hierdoor komen vele Surinamers in armoede terecht en moeten ze nu elke dollar 2 keer omdraaien voor ze hem uitgeven.
bronnen: (Hoofdbron: Courtar R., Contexstanalyse extracts, VVOB, Paramaribo 2016)
[4] Dit is volgens de strikte ILO definitie waaraan Statistiekbureaus over de hele wereld zich dienen te houden. Volgens de zogenaamde ruime definitie waarbij “discouraged workers” - personen die niet actief naar werk zoeken - worden inbegrepen ligt het percentage op 9%.
[10] Menke et al., 2013; Wereldbank, 2012 om te bewerken.
Mening van het volk
De mening bij de mensen is verdeeld. Sommigen vinden dat Boutersen heeft gezorgd voor vooruitgang. Anderen zegen juist dat hij corrupt is en bezig is met drugspraktijken.
Boutersen was vroeger ook al aan de macht als een dictator. Men zegt dat hij mede verantwoordelijk was voor de decembermoorden.