Suriname bestaat voor een heel groot deel uit regenwoud gebied en Savanne gebied. In Suriname heb je ongeveer 5000 verschillende soorten planten. Je hebt er bijvoorbeeld 60 palmsoorten, 3000 orchideeën soorten en andere planten.
Je kan er vele planten/bomen terug vinden die lekkere mango's, papayas of ramboetans dragen. De meest voorkomende of typische fruitsoorten zijn de rode kers (acerola), knippa's, bacoven (bananen) , tangelo's (grote sappige sinaasappel), lemmetjes, mopé (soort pruim), zuurzak, rambutan, pomme de cythère, guave en awara's (goed voor de huid). Natuurlijk heb je nog veel meer fruitsoorten, maar deze zijn er toch enkele die ik graag zou proeven. (appels en peren eet je er beter niet --> kruimelig, geen smaak en heel erg bespoten)
Wanneer er iets van groeten aangeraden wordt door de Landgids (Suriname Dominicus, 2015), dan is dat toch te tomaat. Die zoden er veel smaakvoller zijn dan hier in België.
In Suriname heb je ook helende planten (in België natuurlijk ook, maar andere). Sommige mensen hebben er nog de kennis om de juiste planten te gebruiken om specifieke kwaaltjes op te lossen. Dokters maken liever gebruik van wetenschappelijk geteste en gemaakte medicijnen. Sommige palmsoorten dragen bladeren die gebruikt worden als dakbedekking. (Pinabladeren) deze gaan 7 jaar mee als een water dicht dak.
De vrouwen gebruiken er nog wel eens takken en bladeren als basis voor een handtas (in het binnenland).
Fauna
Suriname is heel rijk aan fauna (dieren)., Je Hebt er vele zoogdieren, vogels, reptielen, vissen, insecten en amfibieën. Zo heb je de tapir en de reuzen-otter die er nog in het wild voorkomen. De Blauwe pijlgifkikker is een van de giftigste kikkersoorten die bestaat, en deze is momenteel enkel in Suriname te vinden. Er leven in de rivieren en meren van Suriname vele vissoorten die je enkel hier kan terugvinden. Er zijn daarom vaak vissers die speciaal naar Suriname gaan om daar te hengelen. Er worden speciale trips naar het binnenland georganiseerd om de vele diere en plantensoorten te gaan ontdekken.
cijfers: 74 soorten slangen waarvan er 51 ongevaarlijke soorten zijn (niet giftig). 8 verschillende soorten apen, waaronder brulapen en kapucijnapen. 140 verschillende soorten zoogdieren, waarvan 14 soorten roofdieren (zoals de Jaguar). 24 soorten papegaaien, denk maar aan de ara's. Ook de toekan komt er in het wilt voor. Hiervan heb je 7 verschillende soorten in Suriname. (cijfers afkomstig uit de landgids, Suriname, Dominicus, 2015
Bedreiging
Zowel de fauna en de Flora heeft vaak eens te kampen met allerhande bedreigingen. Zo wordt vaak hout gekapt om goud of bauxiet te zoeken. Bij het ontginnen van goud wordt er ook wel eens kwik gebruikt, wat heel giftig is voor mens en natuur. Sommige diersoorten komen enkel voor in Suriname, wat nu en dan wel stropers naar het land lokt. Zo heb je de blauwe gifkikker die heel begeerd is voor verzamelaars, waardoor ze veel geld waard zijn en dus vaak slachtoffer zijn van illegale vangst en transport.
Ook word er veel bos gekapt om huizen te bouwen.
Verder is er ook nog niet echt een sluitend afval beleid. Heel veel afval komt nog in de natuur terecht. Vele van de kreetjes tussen de huizen licht vol afval. Men sorteert hier ook nog niet. Alle afval komt in 1 zak. Wat daarna met het afval gebeurd dat weet ik nog niet. Zelf vindt ik het moeilijk als ik niet sorteer, want dit is een van de dingen die ik belangrijk vind. Ook krijg je hier in iedere supermarkt een zakje. Zo was dit vroeger ook in België, maar wat ben je met al die zakjes. Ik neem steeds mijn eigen stoffen zakje mee, om zo weinig mogelijk afval te hebben.
Hoe ik Paramaribo zag
Toen we aankwamen in Paramaribo konden we meteen een brandlucht opmerken. Een brand had gewoed in het woud. Blijkbaar worden deze branden er niet geblust. Soms ontstaan ze vanzelf, maar meestal komt het door mensen die in het woud per ongelijk of met opzet de brand aansteken. Zo kan het zijn dat een jager een kampvuur maakt en deze niet volledig uit is, wanneer hij vertrekt. Wanneer iets ervoor zorgt dat de brand terug aanwakkert, dan krijg je en bosbrand.
Verder groeien er hier veel vruchten aan de bomen. Vooral cocosbomen en mangobomen zie je hier vaak. Ook papaja's zijn er veel te zien. Verder kan ik niet alles thuiswijzen.
Ik kreeg te horen dat alles hier heel snel groeit, maar dit kan ik wel begrijpen met deze warmte en de regelmatige kleine buien. (In het regenseizoen zijn dit dan stevige buien die in enkele minuutjes de straten blank kunnen zetten.) Ik heb dan maar zelf getest of het waar is wat er gezegd wordt. En ja na 3 dagen had ik al scheutjes van de katoenboompjes en na een week groeiden ook de nongko, sterappels en de ramboetan boompjes. Even later had ik ook de kaneelappelpitten geplant en die kwamen ook heel snel boven de grond. De katoen bomen waren na een maand al 1 meter hoog en toe ik vertrok al 1 meter 20 of zo. Ik hoop dat ze niet allemaal stuk gaan als ik weg ben.
Verder heb je hier tussen de wijken vele stilstaande riviertjes. Deze zien er heel erg vervuilt uit. Ze hebben een appelblauw-zeegroene kleur. Er ligt ook veel afval in dit water. Ik denk dat dit de afvoer leiding is van de huizen. Ik weet niet waar het vreemde water heen gaat, maar soms zie ik een lichte stroming, dus het moet wel ergens naartoe. In deze beken, groeien wel planten en ook dieren zitten er in. Dus in hoeverre het schadelijk is voor de natuur weet ik niet.
Nu en dan kan het hier echt goed regenen. Het lijkt wel wat op België dan, alleen is het hier wel warmer. De straten kunnen bijna volledig onder water staan wanneer het lang en hard regent. Tijdens het regenseizoen kunnen straten helemaal onder water staan. Daar worden dan wel eens grapjes over gemaakt.
Het binnenland
Ga je naar het binnenland, dan kom je in een andere wereld. Heel veel groen en ook mooie brede rivieren. Je heb heel veel mooie gebieden en ik kan er uren over schrijven, maar het is beter om het zelf te gaan beleven.
Het enige wat ik jammer vond,was dat je niet zo veel dieren ziet. Wanneer je een hele goede gids hebt, dan kan je veel dieren zien, die je anders nooit zou zien. Gidsen kunnen je wijzen waar je moet zoeken en kijken. Je moet alleen stil kunnen zijn.
Als je met een gids mee gaat, dan vertellen ze je vaak ook over de bomen en planten. Dit vond ik het interessantste. Vooral als het over medicinale planten gaat, ben in een en al oor.